In mijn blogje over Avatar van vorige week ging het over de ‘redemptive analogy’ van iemand die incarneert in een andere wereld om die te redden. Nog wat verder denkend en pratend zagen we nog een boeiende lijn in de film. (Credits trouwens naar Mira – zij gaf de aanzet ervoor!)
In Avatar wordt over de aliens gezegd dat het mens-machine-wezens zijn. Aan het begin van de film wordt er nog wel wat aan gedaan om dat beeld vast te houden, maar tegen het einde is dat geen thema meer. Onze vriend Jake Sully is dan weliswaar één geworden met de Pandora-bewoners, maar als je goed oplet zijn die vooral meer menselijk geworden – met emoties, in staat om lief te hebben, met een (hoewel enigszins New-Age) hoog moreel waardenstelsel, met een behoefte aan seks, verbondenheid, geborgenheid. Kortom, de wezens blijken beslist geen machines te zijn, maar vooral menselijk – net zoals aardlingen, maar dan beter.
Ik vind dat opvallend. SF en fantasy zijn bij uitstek de genres waarbij een andere, betere wereld geschapen kan worden als oplossing voor onze gebrekkigheid, als een weg uit ons menselijk bestaan. C.S. Lewis doet dat bijvoorbeeld in zijn Ransom-trilogie (waar Avatar in veelkleurigheid en natuur-fantasie wel aan doet denken). Maar we komen daar – puntje bij paaltje – niet heel ver mee.
Een verklaring is in ieder geval dat niemand als dier of als machine door het leven wil, en dat de meeste mensen zich ook niet echt aangesproken voelen als een mens-held met een machine moet zoenen. Dat voelt toch als degeneratie, en ik vermoed dan ook dat Avatar niet de enige fantasy-film is waarbij de aliens meer menselijk worden naarmate de ontknoping dichterbij komt. Bovendien: de meeste ‘aliens’ die in films worden voorgesteld vind ik persoonlijk geen verbetering. Ik ben in ieder geval blij dat ik niet blauw ben en een staart heb!
Misschien willen we ondanks al onze gebreken (lees: oorlog, geweld, alles wat we elkaar aan doen) ons mens-zijn niet opgeven. Misschien kunnen we gewoonweg niets beters verzinnen dan een mens, zelfs als we er een half miljard euro aan spenderen. Misschien willen ten diepste niets anders dan volledig mens zijn! De mens is een uniek schepsel – geen ander wezen is zoals wij. En als je bedenkt dat we zijn geschapen naar Gods beeld – door Hem de kroon op de schepping genoemd – dan is dat toch eigenlijk niet zo vreemd.
Die God is trouwens geen vage moeder-godin-energie-in-alles, maar een persoonlijk, concreet, scheppend Wezen, die als Jezus de avatar werd, het voor ons opnam, en het leven in al zijn volheid teruggaf. We hoeven niet in een bos met witte linten te liggen, maar kunnen ons wel één maken met zijn Geest (lees maar). Dat is geen verzonnen filmscript maar een betrouwbare waarheid.
interessant dat zelfs robots in SF nooit totaal anders zijn dan mensen, altijd naar het model van een mens zijn gemaakt – we lijken inderdaad toch niks beters te kunnen verzinnen…