Het is me het jaartje wel, dat 2016. Soms zou ik in een hoekje willen kruipen en wachten tot de wereld weer een beetje normaal is. Tot talkshow-presentatoren snappen dat de Bijbel de Koran niet is. Tot de files zijn opgelost. Tot angst en verdeeldheid niet langer het land regeren. Tot mensen eerst luisteren en dan pas spreken. Tot kerst weer pas na Sinterklaas begint. Tot Assad is gestopt met zijn eigen volk te doden. Tot Turkije en de EU menswaardige hulp verlenen aan de ontheemde vluchtelingen. Tot, tot, tot…
Maar dan lees ik iets van een oude visser die tweeduizend jaar geleden leefde. Een tijd van onzekerheid, geweld en politieke onrust, niet veel anders dan nu. Zijn meester, voorbeeld en houvast Jezus kondigt aan dat hij weggaat en later terug zal komen. Wat moeten we doen, vragen de visser en zijn vrienden zich af. Kunnen we niet mee? We zijn bang! Nee, zegt Jezus – jullie blijven. Ik laat je niet zomaar achter. Er komt iets veel beters, ik beloof het je, geloof me. Tot die tijd hoef je maar twee dingen te doen: houd moed en heb lief.
Houd moed en heb lief. Het lijkt me een begin en het lijkt me het einde.