Poëzie in Prediker

Vraag je je weleens af wat de zin van het leven is? Heb je weleens het gevoel dat alles voor niets is of hoe het verder moet, juist nu in corona-tijd? Goed nieuws! Je bent in goed gezelschap. Het zijn precies de vragen en emoties waar Prediker mee worstelt. Ik schreef bij elk hoofdstuk een snelsonnet. Zes regels die de kern van deel proberen te vatten. Lees mee en laat de woorden tot je hart spreken.
(En ook voor deze gedichten geldt: delen mag, maar altijd met bronvermelding!)

Prediker 1

De wereld draait en ik zit in de zon  
waaronder ik niets nieuws kan vinden 
Luchtledig, ijl waaien de winden 
En alles eindigt net als het begon. 

Dit is de paradox van Prediker
Hoe voller je hoofd, hoe lediger.

Prediker 2

Goed, ik zal proberen te genieten 
al valt het lachen zwaar, helaas 
Ik ben toch liever wijs dan dwaas 
Al lijkt dat niet echt op te schieten

Want dit ontdekte ik van ‘t leven: 
Het goede is door God gegeven. 

Prediker 3

Zwijgen, spreken, sterven en vergaren 
hebben, houden, huilen, haten  
doden, dansen, lachen, laten 
bouwen, breken, baren en bewaren  

Wie niets begrijpt van Godes eeuwigheid 
blijft eeuwig woekeren met aardse tijd.

Prediker 4

Ach ja, het leven is een tranendal

een spel van macht en onderdrukking

De dood voelt minder als mislukking,

nog niet geboren zijn het best van al.

Maar als het moet, dan liever samen

Dan blijf je nog een beetje warm. Amen.

Prediker 5

Nog een advies. Let op je woorden, 

beloof niet meer dan je kunt doen  

en hou niet buitensporig van je poen 

deel uit van wat jou toebehoorde 

Zelfs de koning heeft alleen te eten  

als de boer er hard voor heeft staan zweten. 

Prediker 6

Ooit was een man één van mijn favorieten  

Hij leefde meer dan duizend jaar  

Toch lag hij eenzaam op zijn baar 

Hij was vergeten te genieten. 

Eén troost. Hoe wijs of dwaas je dan ook bent, 

stop maar met vechten. Je naam is al bekend. 

Prediker 7

Wees niet al te zeer rechtvaardig 

Overschat je eigen wijsheid niet 

Onderschat je eigenwijsheid niet 

En leef niet al te God-onwaardig 

Waarom zou je je leven zo bederven? 

Ja, waarom zou je dan ontijdig sterven? 

Prediker 8

Geen mens heeft macht over de wind 

geen wettig woord weerhoudt het waaien 

noch kan een mens de dood doen draaien 

als die zich aan de deur bevindt 

In lucht en leegte laat de mens het leven 

de goeden en de kwaden om het even.

Prediker 9

Dat je je in je eten mag verheugen 

en vrolijkheid je hart maakt bij de wijn 

laat alles aan en om je blijdschap zijn 

bemin je vrouw met volle teugen 

Verspil geen tijd aan dwaasheid in dit aards bestaan 

want ondanks alles: God ziet je met welbehagen aan.

Prediker 10

Een kindse koning is een schande voor het land 

zijn dwaasheid doet hem steeds ontsporen 

wie wil zijn warrigheid en waanzin horen, 

is tegen wandaad, woede, willekeur bestand?  

Gelukkig is het land wiens heerser heilig is 

bij wie de kleine mens gezien en veilig is.  

Prediker 11

Zaai gulheid! Werp het wijduit op het water 

ooit komt de gunst van God weer bij je terug 

als regen, wind en zonlicht op je rug 

maar spaar wat wijsheid op voor later 

Leef nu! Leef vrijuit, voluit, onbevangen 

en volg met blij gemoed je hartsverlangen. 

Prediker 12

Nu, moe en afgemat, vergeet ik er 

de eindeloze stroom van dikke boeken 

alles is lucht en leeg. Ik stop met zoeken 

en vind tot slot de zin van Prediker: 

wij zijn slechts stof, een adem duurt maar even 

dus vrees je schepper God en je zult leven. 

Alle gedichten zijn © Mark de Boer en mogen alleen met bronvermelding worden geciteerd.